We staan aan het begin van een eeuw van reflectie en radicale verandering.
“We staan aan het begin van een eeuw van reflectie en radicale verandering. De ecologische misstanden, overconsumptie, hebzucht en het geweld van de vorige eeuw moeten worden gecompenseerd. Voor het eerst ontstaat een post-fossiele maatschappij, waarin het gebruik van natuurlijke ingrediënten en alternatieve energiebronnen ons hoop biedt voor de toekomst.” We kunnen er inderdaad niet langer om heen: de noodzaak voor het duurzaam produceren van tentoonstellingen is helder. We verduurzamen niet omdat het moet, maar omdat het niet anders meer kan. Dat betekent dat duurzaamheid al meteen vanaf de eerste minuut in het ontwerpproces moet worden meegenomen. Maar hoe doe je dat? En is het delen van tentoonstellingen een oplossing of belast je door het transporteren van een tentoonstelling de planeet alleen maar meer?
Daarbij kunnen we ons ook afvragen of een tentoonstelling altijd fysiek toegankelijk moet zijn. Al sinds 2018 wordt de roep om de ‘blockbustertentoonstelling’ af te schaffen steeds luider; te duur, te risicovol, beperkte inhoudelijke diepgang, én niet duurzaam in allerlei opzichten. Daarnaast heeft de interesse in digitale kunstwerken zoals NFT's de afgelopen jaren een vlucht genomen én heeft ook de covid-pandemie bijgedragen aan het inzicht dat digitale presentaties en exposities ook een geschikt middel kunnen zijn om een boodschap over te brengen. Hebben digitale tentoonstellingen en digitale kunstwerken de toekomst?
Bijna alle grote musea lanceerden tijdens de pandemie de mogelijkheid om een museumbezoek af te leggen via een 360-graden interactive beleving. De bezoeker kan virtueel alle meesterwerken van een museum te bekijken vanuit zijn luie stoel. Deze presentatievorm heeft duidelijk een groot aantal voordelen; geen productiekosten, geen tentoonstellingsmaterialen, geen klimaatbeheersing, geen reisbewegingen, geen schadelijke invloeden voor de collectie en de digitale presentatie is vaak langdurig te bezoeken, maar kost wel opslagcapaciteit en dataverkeer in een datacentrum. Hoe groot is de impact daarvan eigenlijk? En is een fysieke beleving van een tentoonstelling niet eigenlijk onmisbaar?
In dit dossier vind je inspiratie in het interview met Margrit Reuss, curator van de tentoonstelling Plastic Crush in het Museum van Wereldculturen. Het museum doet bij deze tentoonstelling - in samenwerking met Studio Harm Rensink en designstudio KODE21- een grondige en serieuze poging tot het samenstellen van een expositie die zo min mogelijk afval voortbrengt en met duurzame, milieuvriendelijke en gerecyclede materialen nieuwe en op maat gemaakte onderdelen creëert die op hun beurt weer geschikt zijn voor hergebruik. Ook lichten we onze eigen zoektocht naar een duurzame reizende tentoonstelling door middel van een hackathon toe en delen we initiatieven op het gebied van circulaire tentoonstellingsbouw, voorbeelden van digitale tentoonstellingen én artikelen over de impact van dataopslag en datacenters.
What the hackathon? Een onderzoek van Het Scheepvaartmuseum in samenwerking met Slijpstof om (reizende) tentoonstellingen te verduurzamen.
Binnen de museale sector zijn reizende tentoonstellingen geen nieuw fenomeen. Maar een reizende tentoonstelling heeft wel negatieve impact. Precies dat probleem is getackeld tijdens de hackathon die Het Scheepvaartmuseum en creatief ontwerpbureau Slijpstof organiseerden in mei 2022. Samen met partners van binnen en buiten de museumwereld werd onderzocht hoe musea hun tentoonstellingen kunnen verduurzamen. Door middel van het Eco Design Strategy Wheel is het probleem geanalyseerd en zijn oplossingen in de vorm van prototypes gecreëerd.
Het idee van een hackathon is om in korte tijd (non-stop) in verschillende teams tot een oplossing te komen voor een probleem. Omdat voor deze sessie beperkte tijd beschikbaar was, werd gewerkt aan een concrete casus, namelijk het verduurzamen van de reizende fotografietentoonstelling Rising Tide van Kadir van Lohuizen. De tentoonstelling zal de komende jaren op meerdere plaatsen in de VS te zien zijn.
Onder begeleiding van Slijpstof werd met behulp van de methodiek ‘creative problem solving’ gezocht naar oplossingen. De hackathon bestond uit drie fases:
- Problem finding (probleem onderzoeken en definiëren)
- Idea finding (nieuwe ideeën bedenken om het probleem op te lossen)
- Solution finding (ideeën uitwerken tot oplossingen)
In fase 1 werd door de groepen gedefinieerd wat het probleem is waarvoor we een oplossing zoeken. Aan de hand van het Ecodesign Strategy Wheel werd de impact van de verschillende thema’s in kaart gebracht.
Wanneer in de vroege ontwerpfasen van een tentoonstelling rekening wordt gehouden met eco-design keuzes kan de duurzaamheid van de tentoonstelling aanzienlijk worden vergroot. Omdat in een vroeg stadium wordt nagedacht over de impact van materialen, productieprocessen, distributie en energiezuinig gebruik tijdens de levensduur van de tentoonstelling, maar ook wordt nagedacht over keuzes aan het einde van de levensduur, zoals demontage, hergebruik of recycling.
Vervolgens werd aan de hand van de ‘Why laddering’-techniek gedefinieerd wat het bovenliggende probleem is waaraan onze oplossing een bijdrage moet leveren en welke sub-oorzaken er zijn. De verschillende abstractieniveaus van het probleem werden vervolgens gebruikt om verschillende ontwerpvraagstukken te formuleren.
In fase 2, the idea finding fase, werd met behulp van de ‘brainwriting’-methode en het toevoegen van ‘random stimuli’ (willekeurig gekozen plaatje of woord) gewerkt aan nieuwe creatieve en out-of-the-box ideeën voor ons probleem.
In fase 3, the solution finding fase, werd één idee uitgekozen om uit te werken tot een prototype. Geïnspireerd door eco-designthema’s werd het idee eerst verder verbeterd. Bijvoorbeeld door de volgende hulpvragen te stellen: Zou je product ook een service kunnen zijn? Zou je het product kunnen vervoeren met de trein of zeilboot, lokaal kunnen laten produceren of biologisch of gerecycled materiaal gebruiken?
De vijf groepen presenteerden uiteindelijk ieder een prototype met een aantal uitgangspunten, variërend van een impact app tot een community engagement manual tot een DIY kit. Van alle prototypes nemen we elementen mee in de ontwikkeling van ons eindproduct: de duurzame versie van de reizende tentoonstelling Rising Tide. Deze wordt op dit moment ontwikkeld.
De DIY toolkit bestaat uit een volledig ontworpen tentoonstelling die flexibel is, aan elke ruimte kan worden aangepast (100-400m2) en ter plaatse (duurzaam) kan worden geproduceerd. Naast downloads van de beeldpanelen, tekstpanelen en video’s bestaat de toolkit uit een DIY-wall waar het lokale of regionale perspectief aan de tentoonstelling kan worden toegevoegd: in het geval van Rising Tide kan het gaan om lokale data en beelden van de stand van zaken rond de stijgende zeespiegel, door het publiek gegenereerde inhoud, activistische oproepen of het werk van een lokale kunstenaar met thematische links naar de tentoonstelling. De DIY toolkit bevat daarnaast instructies voor de opbouw en productie, inclusief een kader voor duurzaamheid voor de tentoonstellingsproductie zelf en voor het gebouw of campus van de ontvangende partij tijdens de duur van de tentoonstelling; een marketing handboek met concept persbericht, marketing tips en tools, beeldmateriaal en teksten; en een educatie handboek met ideeën voor het maximaliseren van de impact via publieks- en schoolprogramma's.
Het voordeel van deze toolkit is dat er geen transport meer nodig is terwijl de duurzame kaders wel bewaakt blijven en dat het relatief voordelig en eenvoudig is voor instellingen om de tentoonstelling over te nemen. Door deze voorwaarden te creëren optimaliseren we het bereik van de belangrijke boodschap over de stijgende zeespiegel (het tonen van Rising Tide wordt haalbaar voor meer instituten en kan op meerdere plekken tegelijk getoond worden) én vergemakkelijken we het proces van het overnemen en delen van tentoonstellingen.